De laatrijpe “Strahlermann”
Paris werd geboren in 1985 bij niet alleen de grootste maar ook een van de meest kundige Shagya-Araberfokkers t.w. Frau Ruth Pack in Duitse Reichshof.
Paris hier gereden door Sophia Verduin op de Althengtschau van het ZSAA (Zuchtverband für Sportpferde arabischer Abstammung e.V.) in 1996 te Alsfeld (Dld).
Haar leermeester was Dr. Fritz Gramatzki de laatste Landstallmeister van het Trakehner Hauptgestüt gelegen in het voormalige Ostpreussen wat nu aan Polen toebehoort. Dr. Fritz Gramatzki was in 1981 de drijvende kracht achter en de oprichter van de ISG (Internationalen Shagya Gesellschaft), omdat in het communistische Hongerije de directeur Burgert in de jaren zeventig van de vorige eeuw de kapitale, klassieke Shagya merries en hengsten van Babolna bijna geheel opruimde om plaats te maken voor kruisingen met Egyptische Arabische Volbloeds. Gelukkig wist Gramatzki een groot deel van deze klassieke Bábolna merries en hengsten te redden en onder te brengen bij zijn paardenvrienden in Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland en Zweden.
Als driejarige werd Paris in Aachen gekeurd bij het VZAP (Verband der Züchter des arabischen Pferdes e.V.). Net als zijn vader Bartok was hij laatrijp en deed hij als driejarige grof en onedel aan. Op vierjarige leeftijd heeft hij zijn HLP (Hengstleistungsprüfung) met goed gevolg afgelegd ondanks een zware droesbesmetting die ten tijde van het onderzoek in Medingen heerste.
Pedigree
Zijn pedigree is een weergave van niet alleen de mooiste maar ook de beste genen die de Shagya-Araberfokkerij te bieden heeft. Hij is ingeteeld op de hengst van de eeuw onder de Shagya-Arabische paarden t.w. de onvergetelijke Gazal VII die met 19 goedgekeurde zonen tot meest invloedrijkste Shagya-Araberhengsten mag worden gerekend.
De wonderschone Gazal VII, hier op 20- jarige leeftijd, werd 30 jaar oud en liet 19 zonen goedgekeurde zonen achter.
De Hannoveraan Gastronom (v. Gazal VII) was in de USA een zeer verdienstelijk GP paard.
Verschillende van zijn zonen zijn ook bij het Hannoveraanse Verband, Czardas en Anakreon, bij de Trakehners, Nasrallah, en Amor werd voor drie warmbloedstamboeken t.w. het Hannoveraanse Verband, het Trakehner Verband en het Rheinlander Verband goedgekeurd.
Helaas hebben de warmbloedfokkers van deze stamboeken maar weinig gebruik gemaakt van deze genen en werden alle kaarten conform het modeconcept op het op de kopstaande racemodel van de Engelse Volbloeds gezet. De rijpaardkwaliteiten en met name de dragende bewegingen via een dalende achterhand zou met sprongen vooruit gaan als men in de warmbloedfokkerij meer gebruik zou hebben gemaakt en zou maken van het voor de sportpaarden noodzakelijke evenwichtsmodel van de Shagya-Araber.
In de moederlijn van de bekende, internationale GP-hengst Goethe levert Gazal VII als vader van de grootmoeder daarvoor het directe bewijs.
Met de Hannoveraanse GP dressuurhengst Goethe wordt opnieuw het bewijs geleverd dat de conclusie “Wo auch immer Araberblut im pedigee auftaucht : es hat sich nie negativ ausgewirkt” van de hippoloog Claus Schridde nog altijd recht overeind staat.
Bartok, de volle broer van Balaton en de vader van Paris, was onder de Zwitserse ruiter Christian Pfeiffer een verdienstelijk dressuurpaard die het tot de Lichte Tour heeft gebracht. Net als zijn zoon Paris heeft hij veel massa, is hij zeer harmonisch en was hij laatrijp.
Bartok was onder de Zwisterse Gpruiter Christian Pfeiffer een zeer verdienstelijk dressuurpaard met veel zelfhouding die evenals Paris steeds mooier naarmate hij ouder werd.
Zoals voor meer verdienstelijke sportpaarden ontbreekt ook bij Shagya-Arabereigenaren vaak het geld om de paarden door professionele topruiters te laten trainen en uit te laten brengen. Dit kost handenvol geld en is ook niet voor elke paardenfokker weggelegd omdat de fokkerij bij lange na niet deze hoge bedragen opbrengt.
Pamina, de wonderschone merrie en moeder van Paris, bracht ook de verrichtingskampioen Pamino (v. Bajar ShA) die praktisch zijn hele leven in Zweden heeft gestaan en net als Paris op hoge leeftijd weer naar Babolna verhuisde. Pamino was minder massaal dan Paris en was tevens goedgekeurd voor het Trakehnerstamboek.
Pamina was een buitengewoon vruchtbare, vitale, edele en massale merrie die naast twee goedgekeurde zonen nog dertien andere veulens heeft gebracht waarvan er verschillende over de hele wereld zijn geëxporteerd.
Loopbaan
In 1994 was ik voor het eerst bij Frau Pack op bezoek om haar fokkerij en met name om haar hengsten te bekijken. Nadat ik alle paarden had bekeken, vroeg ze welke hengst mij het meest had aangesproken. Toen ik daarop antwoordde ‘dat is Paris’ keek ze mij glimlachend aan en zei ze: ‘Dat doet mij nu oprecht plezier dat u Paris, die door de Shagya-Araberfokkers en ook door de warmbloedfokkers als grof en onedel wordt beschouwd, er als beste hengst heeft uitgehaald’. Ik antwoordde daarop: ‘in de bewegingen is hij dat zeker niet. Bovendien is hij zeer harmonisch in zijn bouw en het ras en de adel komt vanzelf met de jaren’. Toen straalde ze helemaal en zei: ‘als een van de weinigen heeft u dat goed begrepen’. Vanaf dat moment zijn we dikke vrienden geworden en nog vaak denk ik terug aan de vele bezoeken en de lange, leerzame gesprekken die ik met deze unieke vrouw heb mogen voeren.
In 1996 heb ik hem naar Nederland gehaald en wist hij zich als elfjarige hengst, die zeven jaar niet bereden was, onder Sophia Verduin vanuit de B-klasse naar de M-klasse (springen en dressuur) te rijden en won hij verschillende keren het dagkampioenschap springen en dressuur. Hetzelfde jaar produceerde hij ook de EASP-hengst Pronto uit de Finally Lucky (Ramiro x Ditmar) van Henk van der Craats.
Des te ouder Pronto (geb 1997) wordt, des te meer begint hij op zijn vader Paris te lijken. Via zijn moeder van Ramiro komen de Shagya-Arabischegenen weer bij elkaar. Pronto is ook goedgekeurd bij het ZSAA en legde in 2001 in Kreuth (Dld) met een score van 7.59 het verrichtingsonderzoek af.
Bij de Shagya-Araber kreeg Paris ook zijn zonen Pagasus III en Thamias goedgekeurd. De laatste is van Tatjana en zij is weer de moeder van Tamara (v. Paris ShA) die via haar dochter Trophee (Bojar x Paris ShA) zich als een zeer verdienstelijk sportpaard heeft ontwikkeld. Dat geldt ook voor de stermerrie Poppaea (Paris Sha x Elberton) en het is te hopen dat deze merries t.z.t. ook voor de fokkerij worden ingezet.
Op de Europese kampioenschappen voor de Shagya-Araber te Babolna in 1996 wist hij het reservekampioenschap op zijn naam te schrijven. Zijn grootste succes behaalde hij als veertienjarige hengst in het Oostenrijkse Stadl Paura waar hij tot Europees kampioen van de Shagya-Araber werd uitgeroepen. Op dat moment had hij ook de aandacht van de fokleider, Tamas Rombauer, van het nieuw opgezette Bábolnagestüt in Hongerije op zich gevestigd en in 2001 vertrok hij voorgoed naar het geboorteland van zijn voorouders waar hij in 2008 overleed. Tamas Rombauer was als fokleider destijds belast om de Shagya-Araberfokkerij, na de catastrofale communistische periode, weer in zijn oude glorie te herstellen. Om dat doel weer te bereiken heeft hij met Paris een van de beste klassieke Shagya-Araberhengsten verworven die aan de gewenste klassieke Shagya-Araberfokkerij van Bábolna sterk heeft bijgedragen.
Nafok
In de warmbloedfokkerij heeft Paris bij het EASP een eigen lijn kunnen vestigen. Zijn zoon Pronto (Paris ShA x Ramiro) ontwikkelde zich als een verdienstelijk springpaard in de Z-klasse en is verder doorgedrongen tot de Z2 dressuurklasse. Zijn zoon Perfectum (Pronto x Lord) werd in 2005 goedgekeurd en is inmiddels Z-springen.
De Arabische genen van Ramzes x en Amurath ShA 1896 zijn goed vertegenwoordigd in de merrie Chloë (Cassini I x Lincoln), de moeder van Parmenides. De gedragen en tactmatige bewegingen staan ook garant voor een meer dan gewone springaanleg. Perfectum is ook voor het Duitse ZSAA goedgekeurd.
In zijn kleinzoon Perfectum worden de Shagya-Arabische kenmerken van zijn Holsteiner moeder Dabima (stamm 18A2) via Kadett > Kalif > Kadi VII ShA opnieuw verankerd. Perfecum werd in 2006 ook bij het ZSAA goedgekeurd.
Uit de eerste jaargang van Perfectum werd dit jaar Parmenides uit de keurmerrie Chloë (Cassini I x Lincoln) goedgekeurd. De goedgekeurde hengst L2 dressuurhengst Boviet is een zoon van Bojar uit de merrie Papillon (Paris ShA x Lord). In al deze vier hengsten zijn zondermeer de contouren en de harmonische vormen en lijnen van Paris te herkennen.
Boviet komt uit een dochter van Paris. De combinatie met de internationale spring- en ZZ- Licht dressuurhengst Bojar (Bachus x Caletto II) heeft een goede impact op de allround sportkwaliteiten van deze hengst. Ook Boviet verkreeg bij het ZSAA een goedkeuring.
Ook in de sterk gedragen en lichtvoetige bewegingen van deze hengsten komt de invloed van Paris onmiskenbaar tot uitdrukking. Die invloed laat zich ook in de laatrijpheid van deze hengsten zien. Maar net als Paris worden ze met het klimmen der jaren steeds mooier en komen hun Shagya-Arabische evenwichtige kenmerken en rijpaardkwaliteiten steeds meer tot uitdrukking.
Karel de Lange